Ik ben geboren in een land waar mijn eerste herinneringen sprookjes waren. Mijn ouders noemden me Fabel. Verhalen, sagen, mythen. Als kind mocht ik dromen en genieten van onmogelijke verhalen. Ik mocht geloven dat helden en wonderen echt waren. En elke dag indiaantje spelen piraat ontdekkingsreiziger… Toen ik naar de middelbare school ging begon ik stiekem te spelen. Ik kreeg steeds meer het gevoel dat mijn fantasie iets was wat ik niet met iedereen kon delen. Dat het niet normaal was om me hevig te vereenzelvigen met de personages die ik bedacht. Ik ging spelen in het geheim. Op school bij Grieks en Latijn behandeleden we alle mythes uit de oudheid en we gingen er zeer serieus op in, maar onze nuchtere klassikale geest weerhield ons ervan ze daadwerkelijk als echt te beschouwen. Het waren verhalen. Ik ging naar de jeugdtheaterschool in de hoop dat we daar zouden spelen. Daar speelden we soms nog wel aan de hand van verhalen. Maar we speelden vooral realistische verhalen van grote mensen na. En toen ik uiteindelijk naar de toneelschool ging ging het alleen nog maar over realisme en drama en huiselijk leed. We acteren. Waar was het spelen? Waar waren de verhalen van vroeger, de sprookjes en de fabels?
Na de middelbare school ging ik op zoek naar iets wat ik kende uit de verhalen, iets van vrijheid, overgave en mirakel, ik ging op zoek naar de wereld die ik vroeger zo vrijuit had mogen dromen. Ik zocht het in het avontuur, het onbekende, het zwerversbestaan. Maar ik heb me er nooit volledig aan over gegeven. Waarom niet? Omdat ik bang was dat wanneer ik de wetten en de waarden van mijn maatschappij zou loslaten, ik voorgoed afscheid zou nemen van de wereld waarin ik was opgegroeid, van mijn vrienden en van mijn familie. Door de maatschappij achter je te laten, door te vertrekken en op zoek te gaan naar iets waarvan je het bestaan niet zeker weet, naar iets waarvan de meesten zeggen dat het alleen in boeken en in films bestaat. Naar iets waar de meesten geen tijd voor hebben of maken. Naar iets waarvan je alleen de geur en de klank kent, misschien een vage contour van een gevoel van vroeger, een utopie, een gedroomde werkelijkheid. Wanneer je de grenzen overschrijd maak je de kans groot dat je de weg terug nooit meer zult vinden of dat je iets ontdekken zult wat je met je eigen volk niet zult kunnen delen. Of zelfs met niemand. De kans dat de eenzaamheid je van de mensen wegdrijft. En dat gebeurde, reeds na een korte reis die niet langer duurde dan een jaar merkte ik dat ik was vervreemd van de wereld waarin ik was opgegroeid. Dat ik dingen zag en verbanden legde die de meesten vaag en onbegrijpelijk vonden en niet minder onherkenbaar en zelfs oninteressant. Ik wilde mijn belevenissen delen, de wonderen die ik onderweg had meegemaakt, ik wilde vertellen over de oceaan oversteek, de zee, de mensen die ik had ontmoet. Maar in welke woorden, met welke gebaren zou ik mijn volk bereiken? En zo ontstond mijn theaterboot. Het beeld had ik al eerder gehad, de droom maar het daadwerkelijke plan kwam in de Carib, dobberend op een klein zeilbootje waarmee ik de Atlantische oceaan had overgestoken. Hoe kan ik deze ervaring delen? mijmerde ik. Via het theater, mijn eigen theaterboot. Zo kan ik reizen over de hele wereld. De talen leren in welke de mensen die ik tegenkom spreken en in hun eigen taal mijn ontdekkingen en verhalen vertellen. En op mijn boot kan ik de verhalen die mensen mij vertellen, want dat gebeurde overal waar ik kwam, mensen vertelden mij de meest wonderbaarlijke verhalen, die ze vaak nog aan niemand hadden verteld, bewaren en daarmee kan ik een wereld maken, de wereld van de wonderbaarlijke verhalen van Fabel en ik wilde leren verhalen vertellen, zodat ik overal waar ik zou komen mijn avonturen kon vertellen.
Ik besloot terug naar Nederland te gaan om me voor te bereiden op een levensreis. Ik wilde een bekwaam verhalenverteller worden, een bekwaam wereldenmaker en ik wilde er in de toekomst van kunnen leven, zodat de afstand tussen de verhalen en de zogenaamde werkelijkheid wat kleiner zou worden, tot ie op een dag zou verdwijnen, zonder dat ik daar gek voor hoefde te worden. Gekte mijn levenslange grootste angst, want zuster van het grote loslaten en de overgave, zuster ook van het geloof in wonderen is de waanzin. De mensen die waren gaan geloven dat ze achtervolgd werden door rovers, mensen die dachten dat ze Beatrix waren, mensen die mompelend en bepakt met plastic tasjes langs de weg liepen, mensen die zichzelf en daarmee de realiteit waren kwijtgeraakt, die mensen waren altijd mijn demonen maar ook degenen die ik het meest koesterde waar ik empathie voor voelde, de heksen, de gekken, de verlorenen, de verdoemde….maar de angst zelf zo te worden weerhield me altijd van de volledige overgave en het volkomen vertrouwen op mijn intuitie en droom. Deze angst maakte dat ik altijd goed naar anderen luisterde en iedereen altijd om advies vroeg, omdat zij waarschijnlijk beter wisten wat realiteit was. Omdat zij geen last hadden van zoveel dromen en waanzin, omdat zij zichzelf waarschijnlijk wel onder controle hadden. Ik heb me altijd zo normaal mogelijk proberen te gedragen, me te hoyuden aan de wetten en de regels binnenn ons koninkrijk, om maar niet verstoten te worden, om maar geaccepteerd te blijven. Dit was en is mijn gevangenis. De angst om gek gevonden te worden en de angst om losgelaten te worden, de angst dat de mensen mij niet meer serieus zullen nemen en mij niet meer zullen geloven. Dat ze naar me kijken en vriendelijk lachen in mijn gezicht maar zich wegdraaien en fronsen naar hun kameraden. Wat is dat toch voor een raar meisje en inmiddels vrouw. Deze angst hheeft me te vaak van mijzelf weerhouden. Ik heb me ingehouden en geprobeerd te te voegen naar. Want ik wil niet rebelleren, ik wil niet met mn kont tegen de krib, ik wil niet perse anders zijn, ik wil dat mensen van mij houden, maar ik wil ook dat ze me in mijn waarde laten. En het is te vaak gebeurd dat enkelen en het spijt me dit te moeten zeggen, maar meestal mannen en het zijn bijna alle mannen die hier zitten, mij tot mijn overdreven frustratie hebben willen bijbrengen dat de realiteit iets anders is dan hoe ik hem voorstel. Zo vaak hebben zij dit gedaan. Dat ik niet eens de kans heb gekregenm om mijn realiteit überhaupt voor te stellen en in praktijk te brengen. Ik heb jullie te seruiesus genomen, te goed gekluisterd, te braaf geweest. Ik heb gedaan wat jullie zeiden. Ik heb mijn scholen afgemaakt, ik heb gewerkt in een kantoor, ik heb me netjes aan de regels gehouden omdat….
De reis die ik nu ga maken is allang geen mooi gedroomd naïef avontuur en ik ben inmiddels getekend door de weg hiernaartoe. Een frustratie is geboren de afgelopen jaren, omdat ik heb gevochten tegen de bierkaai. Omdat ik heb gevochten tegen ongeloof en een koud cynisme maar boven alles omdat ik weerstand heb geboden tegen het alomvertegenwoordige rationalisme. Ik ben op onschuldige wijze, met de beste bedoelingen, zo vaak verbeterd. Ik ben slechts zeer zelden serieus genomen en ook nu nog zullen velen van jullie denken: We zullen nog wel zien…. Het is een leuk verhaal, maar ik moet het nog zien gebeuren…. En zo becommentariseerd men vanaf de zijlijn.
Ik ben slechts zelden serieus genomen en veel vaker wordt ik hysterisch genoemd of te emotioneel, te gevoelig, onredelijk en niet realistisch. Als ik iemand wilde bereiken moest ik mezelf beheersen, controleren en redelijk zijn. Ik mocht niet schreeuwen, geen stennis schoppen, niet te moeilijk doen, niet teveel verwachten. Het zal wel iets met haar hormonen zijn of ze heeft te weinig geslapen. Of, ach dat is Helena, en daarmee werd het afgedaan. Als ik iets wilde bereiken moest ik zo en zo en zo…altijd tegen mijn gevoel in…ten koste van mijn intuitie…..
Ondertussen vinden wij het alleemaal heel gewoon om een hypotheek te nemen, om shampoo te kopen waarop de meest onrealistische teksten en ingredieneten op staan genoemd. Dat wij geld storten opontwikkelingshulpprojecten, blind, 10tallen euro’s per maand, geen idee hebbende waar dat geld geld naartoe, blind vertrouwende op dat wat grote commerciële ondernemers ons voorstellen….dingen waarvan ik me de hele dag door afvraag hoe normaal ze zijn, dingen waarvan ik vet verdrietig word.
Ik ben getekend door de weerstand die ik tijdens mijn voorbereidingen ben tegengekomen. Het cynisme, maar vooral het ongeloof, het realisme, de redelijkheid en de koude Hollandse wind hebben me gestriemd. Deze reis is op dit moment een keihard vastbijten, het willen bewijzen aan jullie die niet geloven dat het mogelijk is of jullie die onverscghhillig zijn maar bovenal mijzelf, dat ik niet gek ben en dat ik mag geloven in dromen en dat het onmogelije mogelijk wordt. Ik wil de mogel;ijkheid van het bestaan van Fabel bewijzen. Ik wil ruimte creeeren voor dat wat ik geloof, en nu, waarom ik zo’n haast heb? Omdat de tijd verstrijkt en verbittering is een nog veel scherper mes dan de Hollandse redelijkheid. Omdatr hypotheken en kinderen langsmijn oren omhoog schietebn omdat ik mijn vrienden volwassen zie worden in deze plek die vopor mij als gevangenis voelt, omdat ik op dag de hoop zal verliezen, niet meer zal willen strijden voor mijn droom, wellicht zal toegeven en niet meer tegen de stroom zal willen inzwemmen. Op een dag zal ik ze wellicht gelijk geven en mijn hoofd buigen, me schamen voor mijn malle kindergezwam. Ik krijg steeds vaker te horen dat ik nu volwassen ben, op een dag zal ik het geloven. Onze cultuur en met name de marketuin g daarvan is sterk, het is een wapen. Elke dag die poortjes met ov chip cards, pinpas, chip hier daar dat, vierkante producten om te etebn, vitaminen via pil en poeder, over een paar jaar zal de dokter mij een puilletje verwijzen, heel onschuldig het zal mijn hormoonspigel gewoon iets minder extreem doen schommelen. En ik zal het wellicht aannemen, omdat ik moe ben van mijzelf, al dat gevoel, dat ik nergens in zie weerspiegeld, ja behalve in boeken en in films, ik zal eraan moeten geloven dat het echte leven anders is en omdat ik dat niet zal kunnen verdragen, zal ik zo’n pilletje nemen, als ik niet al mijn eerste zelfmoordpoging achter de kiezen heb. Want onvervulde verlangens, te grote dromen, te mooie wereldbeelden kunnen enkel en alleen tot teleurstelling leiden. En ik zal niet alleen een last voor mijzelf zijn maar vooral ook steeds meer voor mijn omgeving…..het gebeurt nu al. Jullie treffen me vaker huilend dan lachend. mik ben niet gelyukkig in dit systeem. Romantiseer het, ja wellicht ben ik een romantische dolende ziel, vol zelfmedelijden en melancholie, een eeuwige fernweh en een gebrek aan mpoed. Slachtoffer van mijn eigen dromen en waanideeen. Op een dag zal ik langs de straten struinen, op zoek naar fabel en het leger des heils, omdat onze maatschappij zo is ingedeeld dat ook en vooral de verlorenen opgevangen worden en nooit zo ver zyullen kunnen gaan zich echt te verliezen. We voor alles een oplossing, voor iedereen is een hokje, alles heeft een prijs, alles is al een jeer gedaan, en je bent gek als je geen gebruik maakt van de bronnen die we hebben. Overal waara ik reis en zonder geld aankom vraagt men mij waarom ik geen geld uit Nederland heb meegenomen….ik schaam me dan en probeer het uit te leggen, maar vaak geef ik ze gelijk, wij hebben hier geld, we moeten er gebruik van maken. Maar de afgelopen jaren heb ik gemerkt wat we inruilen voor dat geld en de vrijheid die we daarmee kopen. Een stuk van onze passie, onze levensenergie, waardoor we daarna te moe zijn om nog echt op ontdekkingsreis te gaan en vooral te comfortabel om nog te willen overleven. JUa, misschien voor een week als vakantuie, of om met onze kop op televisie te verschijnen, in een robinson cruseau programma, zelfs een vrije kunstenaar vraagt nog een wikk aan en we drinken allemaal acappucino’s bij cde coffe compabny. IK OOK! En dat maakt me gek. Ik maak reclame voor koekjes en verdien daar geld mee en ondertussen heb ik het ove4r vrijheid. Ik heb nog geen andere weg gevionden…. En ik ben nu al moe….wanhoppig, hopeloos. Deze wereld is te doorgedraaid, ik houd het niet bij, ben mijn zesde zintuig kwijt, weet niet meer wat waar is van wat ik voelm, heb meer met machines tre maken dan met de natuur. Ik wil de natuur niet romanticeren……
Steeds vaker kreeg ik te horen dat fabels en sprookjes voor kinderen waren. Dat ik maar kindertheater moest gaan maken, want kinderen geloven in dromen. Als je ouder wordt ontdek je dat tussen droom en realiteit een wereld van verschil ligt en die is niet te overbruggen. Ja, in de kunst, via verhalen. Maar dat is niet echt. In het echte leven is er geen plek voor dromen, er moet gewerkt worden en uiteindelijk zijn de mogelijkheden veel geringer dan je denkt wanneer je nog jong bent en vol hoop. Hoe ouder ik werd hoe vaker ik dit hoorde. Van vreemden, maar ook van vrienden, goede vrienden en familie. Helena, wordt het niet tijd voor een beetje realiteitszin? Hoe denk jij die dromen waar te gaan maken? Waar haal je het geld vandaan? Waarom jij wel en wij niet hoorde ik ze erachter aan denken. Mijn eigenwijsheid heeft me beschermd tegen veel van deze steken. Want als dromer werd ik serieus genomen maar als ondernemer niet. De meesten om mij heen geloofden niet dat ik het echt zou doen, maar genoten van mijn verhalen. Tot op zekere hoogte. Ik moest niet teveel doordrammen dat ik het echt wilde doen.
Fabel is mijn muze,
Mijn weg blijkt een eenzame te zijn. Gek, omdat ik juist zo graag wil delen. Maar het leven hier, zoals ik het tot nu toe heb geleefd, in het land waar ik ben geboren en opgegroeid, is een eenzaam leven. Eenzaam in mijn verlangen naar het land van mijn dromen, altijd afgeschilderd als utopie en niet realistisch. Mijn poging om me aan te passen om te leven binnen de grenzen maakte me alleen maar eenzamer en ongelukkig. Ik kan hier enkel zijn bij de gratie van de belofte van morgen. De wetenschap dat ik spoedig zal vertrekken en mijn eigen weg zal gaan. De belofte van onderweg, zwervend….tijdens reis voelde ik mijn verlangen vervuld van het zwerversbestaan, maar de kans toen nog zo groot dat ik zou stranden zoals zoveel westerse mannen die ik op de Caribische kusten zag zoeken naar hun verloren droom, naar liefde, naar werk, naar geld, naar de realiteit. Het is ons niet gegeven, de vrijheid is geen gemeenschapsgoed. De vrijheid is er in onze wereld voor een enkeling. En we moeten vechten met zijn allen om de buit. De een kiest de materiele weg, de ander die van de kunst en weer een ander van het minimalisme, de eenvoud, het zogenaamde niets. Er zijn vele wegen en toch lijkt het zdat die enkeling die vrijheid weet te veroveren, of die zich zodanig weet af te pellen tot er niets rest, en wat hij vervolgens vrijheid noemt. Toch vaak is het een enkeling die zich verlicht of bevrijd waant, terwijl ons aller wens is om met elkaar, om samen te leven…. Mijn vrijheid ligt buiten de grenzen van het bekende, van het geconstateerde van de maatschappij, mijn vrijheid is een landschap wat nog ongetekend, niet ingevuld is. Mijn vrijhheid is een eenzame zoektocht naar zelfverwezelijking. De poging om mijn woeste ziel aan te passen te laten functioneren binnen het systeem zoals wij het in de afgelopen eeuwen met elkaar hebben opgebouwd heeft gefaald. Althans, het biedt me langzaamaan de mogelijkheid om mijn schip te kopen, vehicel of dreams….maar wat een paradoxale vrijeheid is dat geworden….hoe meer ik mij aanpas ho ongelukkiger ik word en hoe meer ik mijn glimlach met de dag zie verbleken. Voor mijn vrienden en familie word ik steeds onhebbelijker, ik ben grillig, gefrustreerd, hard, boos, woedend, onnavolgbaar voor de meesten en veeleisend, ik dwing ik af wat ik niet kan verwachten….ik wil dat jullier me helpen mijn vrijheid te vinden. Maar ik weet ook, want ik ben heus wel redelijk ☺ dat ik dat niet niet van jullie kan vragen. Maar dat neemt niet weg, dat ik het wel zo voel. Ik ben boos, op de wereld, op het leven, op mijzelf, dat het me nog steeds niet is gelukt. Dat ik nog steeds hier ben. Ik voel me oud en gefaald. De tijd vliegt. Nog steeds ben ik onzeker, nog steeds zo weinig zelfvertrouwen nog steeds vraag ik voor alles advies, omdat ik denk dat de anderen het allemaal beter weten, of omdat ik wil behagen en het goed wil doen. Maar diep van binnen ben ik koppig en eigenwijs en zal ik me aan niets of niemand aanpassen. Ik weet dat ik dit ga doen. Het is me niet gelukt om volgens de gebaande wegen mijn financiering rond te krijgen. Ik heb nog maar 40 vrienden op facebook, geen magazine weet van mijn bestaan. Ik heb nog geen sponsors of mecenas. Mijn project komt voor geen fonds in aanmerking. Om eerlijk te zijn, ik ben wanhopig.
Wij zoeken ’t ver: -
Wij zoeken een gedroomd gelaat
In ’t driftig leven te bereiken –
’t Geluk, dat immer vóór ons gaat
En immer verder schijnt te wijken,
En tusschen stage vrees en hoop
Gaat onze rustelooze loop ….
(C. S. Adama van Scheltema)